Wat zijn jouw nieuwe doelen?
Voor de meeste wielrenners zit het seizoen er al even op. Ze gaan even andere dingen doen. Lekker op vakantie, tijd door brengen met familie en vrienden of andere dingen waar je normaal gesproken niet aan toe komt.
Deze periode wordt gebruikt om de batterijen op te laden voor het lange seizoen wat voor de deur staat.
Maar hoe stel jij je doelen vast voor volgend jaar en hoe bereid jij je voor op het nieuwe seizoen? Dat allemaal lees je in deze blog.
Doelen stellen is belangrijk. Over het algemeen presteren sporters die doelen stellen beter dan degene die dat niet doen (Kyllo & Landers, 1995). Het zorgt voor helderheid. Het laat jou zien waar je naar toe werkt en waarom je iets doet.
Doelen zorgen ook dat jij gemotiveerd blijft en dat je de juiste focus behoud voor het bereiken van deze doelen. (Locke et al.,1981). Doelen stellen is een krachtig proces waar jij als atleet en persoon van kan groeien.
Het vaststellen van doelen voor volgend seizoen en je hierop voorbereiden bestaat uit 3 stappen.
afb 1. Sporter die doelen voor zichzelf opstellen, presteren over het algemeen beter
1. Kijk terug op het afgelopen seizoen en leer daarvan.
Je seizoen is afgelopen. Je hebt alweer even rust gehad of je bent al lekker op vakantie geweest en je staat te poppelen om te beginnen aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen.
Toch is het heel handig om nog even terug te kijken op vorig seizoen. Het reflecteren op vorig seizoen kan je belangrijke informatie opleveren. Kijk bijvoorbeeld in welke periode van het jaar het goed ging of juist waar het iets minder ging.
Door jouw trainingsdata hieraan te koppelen kan je een goed beeld krijgen van de hoeveelheid trainingsarbeid en welke soort trainingen ervoor zorgen dat jij goed in vorm raakt.
Bekijk ook de wedstrijden waar je het zwaar had. Moest je een keer lossen op een klimmetje? Probeer te achterhalen waarom jij moest lossen en te bedenken wat nodig is om dit niet meer te laten gebeuren.
Dus door aandachtig te kijken naar vorig seizoen krijg je een beeld van punten die al goed gingen, waar jij dus niet extra veel aandacht aan hoeft te besteden, en verbeterpunten die jij bijvoorbeeld kan gebruiken als doel voor volgend seizoen.
2. Bepaal je ambitie en stel je doelen hierop af.
Wat is jouw ambitie in het wielrennen, wat wil je bereiken? Denk niet alleen aan de korte termijn maar maak ook een lange termijn visie.
Jouw ambitie kan een lange tocht fietsen zijn of een wedstrijd uitrijden, een wedstrijd winnen of misschien is de ambitie zelfs om prof te worden. Zorg dat je dit duidelijk voor jezelf hebt.
Nadat jij jouw ambities hebt vastgesteld kan jij gaan kijken welke doelstellingen daar bij passen.
Stel jouw doelen op via het ‘SMART’ principe. Dit wil zeggen dat jouw doelen specifiek, meetbaar, ambitieus, realistisch en tijdsgebonden moeten zijn. Een doelstelling als: ‘Ik wil goed presteren in wedstrijden’ is veel te algemeen. Een betere doelstelling zou zijn: ’Ik wil de Mont Ventoux op 1 juni in 1,5 uur oprijden’.
Schrijf je doelen op en vertel ze aan andere mensen. Door je doelen op te schrijven maak jij ze concreet en kan je ze afstrepen als je ze bereikt hebt.
afb 2. Goede doelen opstellen kan je doen aan de hand van de SMART-methode
3. Vertaalslag maken van doelstellingen naar trainingsplan
Je weet nu jouw doelstelling, wat er voor nodig is om die te bereiken en je punten waar aan gewerkt moet worden.
Nu is het de tijd om trainingen in te plannen. Jouw trainingsplan is de aanpak die je kiest om jouw doel te bereiken. Zie het als de route om bij jouw eindbestemming te komen.
Handig is om deze route op te delen in stukken. Door het opdelen van jouw hoofddoel in kleinere doelen zorg je dat je op schema blijft liggen. Ook geeft het bereiken van deze kleinere doelen jou voldoening, wat zorgt dat jij door blijft gaan om het grote doel te bereiken.
Bij het opstellen van jouw trainingsplan werk je terug vanaf de datum waarop jouw doelstelling moet plaatsvinden. Dat neem je als startpunt en vanaf daar werk je terug in de tijd.
Je maakt gebruik van periodisering zodat jouw opbouw zorgt dat je in topconditie bent op de dag dat het moet gebeuren.
De trainingsopbouw bestaat uit verschillende trainingsblokken met elk een ander aandachtspunt, waarin volume en/of intensiteit verschillen zodat jij progressie kunt blijven maken richting jouw doel.
Een coach kan je hierbij helpen om bijvoorbeeld de lengte en trainingen in elk blok optimaal te maken.
Nadat je het plan helemaal hebt uitgestippeld ben je klaar om het te gaan uitvoeren. Zie het als een richtlijn. Mocht je een tijdje ziek zijn of een blessure hebben, wees niet bang om een training over te slaan of je trainingsplan aan te passen.
Ook als jij merkt dat je nog niet klaar bent voor de volgende stap in jouw trainingsplan, kan je gerust een trainingsblok verlengen.
Hopelijk heb jij er wat van opgestoken en kan je volgend seizoen knallen en jouw doelen bereiken. Zit je nog met vragen of zou je graag hulp willen hebben bij het opstellen van jouw plan, neem dan hier contact op.
Have fun and be competitive!
Referenties
Kyllo, L., & Landers, D. M. (1995). Goal Setting in Sport and Exercise: A Research Synthesis to Resolve the Controversy, Journal of Sport and Exercise Psychology, 17(2), 117-137.
Locke, E. A., Shaw, K. N., Saari, L. M., & Latham, G. P. (1981). Goal setting and task performance: 1969–1980. Psychological bulletin, 90(1), 125.
Auteur: Daan van Sintmaartensdijk